Verzorging Rode rattenslang

  • 1. Algemeen

    Wetenschappelijke naam Pantherophis guttatus
    Grootte Tot 1.5 m
    Terrarium 100x40x50 cm of groter
    Herkomst Zuidelijke Verenigde Staten
    Biotoop Subtropische bossen
    Lampen Geen UV noodzakelijk
    Temperatuur 25 tot 35 graden
    Voeding Knaagdieren, vogels
    Voortplanting Eierleggend
    Leeftijd Tot 25 jaar
  • 2. Wetgeving

    U heeft geen vergunning nodig om dit dier te houden of te verkopen. Het is wel verstandig
    om, als u nakweek heeft, een administratie bij te houden van personen waar u dieren aan
    verkocht heeft.

  • 3. Uiterlijk

    Een sierlijke, slank gebouwde wurgslang die maximaal 150 tot 180 centimeter wordt.
    De grondkleur is overwegend roodbruin, strogeel of grijs, met een verschillende hoeveelheid rode, zwartomrande vlekken op de rugzijde, die van kop tot staart lopen.
    Deze vlekkentekening is bij geen enkel dier hetzelfde. Pasgeboren slangen zijn vrij donker
    van kleur, maar worden met de jaren lichter. De buik is over het algemeen zwart wit geblokt.

    Slangen blijven hun hele leven doorgroeien, jonge slangen groeien harder dan volwassen
    dieren. Jonge slangen vervellen ongeveer een keer per 2 maanden, volwassen slangen soms maar 1 of 2 keer per jaar.
    Rode rattenslangen kunnen bij goede verzorging 20 tot 25 jaar oud worden.
    De rode rattenslang is waarschijnlijk de meest gehouden slang in gevangenschap en verdient met recht het predikaat ”beginnerslang”, dit betekend overigens niet dat dit dier alleen door beginnende hobbyisten gehouden wordt, veel ervaren slangenhouders hebben dit dier ook in hun collectie.

  • 4. Verspreidingsgebied

    De rode rattenslang komt voor in het zuiden en zuidoosten van de Verenigde Staten.
    De slang komt voor in naaldbossen en cultuurgronden, waar hij op muizen en ratten jaagt in de maisvelden vandaar de naam “cornsnake”, wat in het Nederlands verworden is tot
    “korenslang” .
    Ook word er nog wel eens gesproken over de “maisslang”, de “guttata”, of simpelweg
    “rattenslang”.
    De rode rattenslang is een bodembewoner, de slang kan echter ook goed klimmen, mocht dat nodig zijn. De slangen zijn ook vaak in de nabijheid van water te vinden, ze kunnen goed zwemmen, maar doen dat over het algemeen niet vrijwillig.

  • 5. Huisvesting gevangenschap

    Voor een paartje volwassen rode rattenslangen is een terrarium van ongeveer 100 X 40 X 50 cm voldoende, groter mag natuurlijk ook. Zorg ervoor dat het terrarium ontsnappingsvrij is, rode rattenslangen zijn ware ontsnappingskunstenaars.
    Een terrarium met schuifruiten en een vitrineslotje is aan te raden.

    Geef de slangen in de zomermaanden 12 tot 14 uur licht per dag, UV verlichting is niet nodig, maar geeft wel een mooi beeld in het terrarium en kan absoluut geen kwaad.
    De gemiddelde temperatuur in het terrarium moet rond de 25 graden Celsius liggen, met onder de lamp een warmere plaats tot 35 graden waar de dieren zich kunnen zonnen.

    Zorg ervoor dat de warmere plaats aan een zijde van het terrarium gepositioneerd is, zodat de dieren zelf hun optimale temperatuur kunnen kiezen. (In de winter moet de verlichting en de temperatuur geminderd worden, daarover later meer)

    Het bodemmateriaal in het terrarium kan bestaan uit beukensnippers, bark, turf, cocospeat, een mengsel van tuinaarde en zand en andere natuurlijke materialen.
    In het terrarium moeten er ook enkele grote stenen liggen, in ieder geval onder de lamp, waar de dieren zich op kunnen warmen. De stenen worden door de dieren ook gebruikt als beginpunt om de vervelling te bespoedigen.
    Een grote klimtak mag ook niet ontbreken in het terrarium. Hoewel deze dieren voornamelijk op de grond leven kunnen ze uitstekend klimmen en zullen dat ook doen als ze die kans gegeven wordt.

    Ook een waterbak moet altijd aanwezig zijn. Deze bak moet zo groot zijn dat 1 slang er opgerold in kan liggen. Het water moet om de dag ververst worden, rode rattenslangen drinken regelmatig en hebben een voorkeur voor vers water.

    Schuilplaatsen, in de vorm van grote stukken kurkschors, gestapelde stenen of speciale kunststof grotjes verkrijgbaar in terrariumspeciaalzaken mogen ook niet ontbreken.
    Let erop dat alles goed stevig vastzit, de slangen willen nog wel eens losse takken of stenen verplaatsen, deze kunnen de bak en soms de slang beschadigen.

    De bak kan verder nog aantrekkelijker gemaakt worden met enige planten. Kies hiervoor
    kunstplanten, deze zijn makkelijker te bevestigen, en de dieren zullen tijdens hun ronde door het terrarium levende planten gauw ontwortelen.

  • 6. Hanteren

    Hoewel sommige rattenslangen soms om aandacht lijken vragen, en er geen probleem van maken om vastgehouden te worden, is het niet best voor de gezondheid van uw slang om constante temperatuurswisselingen te ondergaan.
    (Van ongeveer 30 graden Celsius in het terrarium naar 20 graden Celsius in uw huiskamer is een flink verschil!)
    Deze temperatuurswisselingen kunnen onder andere in longontsteking resulteren.
    Haal uw slang dus niet al te vaak uit het verblijf, maar liever alleen als dit echt nodig is.
    Let er op dat de slang na het voeren 2 à 3 dagen met rust gelaten wordt, zeker jonge slangen willen hun voedsel anders nog wel eens uitbraken.

    Laat uw rattenslang nooit los door uw huis kruipen, op de vloer van een kamer tocht het altijd een klein beetje, dit kan ook zorgen voor gezondheidsproblemen.
    Daarnaast zijn de dieren bij tijd en wijle verbazend snel en zijn onder een kast of achter ander meubilair verdwenen voor u er erg in heeft.

    Contact met andere huisdieren zoals honden of katten is helemaal uit den boze.
    Als u uw rattenslang moet hanteren, ondersteun het dier dan zoveel mogelijk met uw handen.Til een slang nooit aan de nek of staart op!


    Jonge dieren die niet gestoord willen worden kunnen door hun staart snel heen en weer te bewegen een klein beetje het gedrag van de giftige ratelslang imiteren.
    Rode rattenslangen bijten zelden en kunnen met de blote hand gepakt worden.
    Als een rode rattenslang bijt resulteert dit meestal in een wond vergelijkbaar met een
    schaafwond, deze hoeft vaak alleen maar ontsmet te worden.

  • 7. Voeding

    Alle slangen zijn carnivoor. Het voedsel van rode rattenslangen bestaat uit knaagdieren en kleine vogels. De prooi wordt gegrepen met de bek en gedood door verwurging.
    In gevangenschap kunnen rode rattenslangen hun gehele leven op een dieet van muizen en ratten leven.
    Ter afwisseling kunnen andere verkrijgbare voedseldieren gegeven worden, zoals hamsters, woestijnratten, eendagskuiken en kwartels. Noodzakelijk is dit echter niet.

    Jonge dieren (tot 1 jaar oud) kunnen het beste om de 5 dagen een prooidier aangeboden
    krijgen. Volwassen dieren om de 7 a 10 dagen.
    Als een slang niet direct wil eten, probeer het dan na een aantal dagen nog eens, slangen
    kunnen een behoorlijke tijd zonder voedsel. Let wel op dat als de slang TE lang niet eet
    (ongeveer 3 tot 4 weken), daar wel degelijk gezondheidsproblemen uit voort kunnen komen.
    Het aangeboden prooidier mag in de regel niet groter zijn dan de diameter van het
    slangenlichaam op het dikste punt. (Voor hele jonge slangen gaat dit niet op, zij mogen iets grotere prooien hebben.)
    Slangen hoeven niet bijgevoerd te worden met vitamines en calcium, in goede voedseldieren zit alles wat een slang nodig heeft.
    De prooi kan het beste 2 uur voordat de lichten uitgaan gegeven worden, de slang heeft daarna even rust en kan de volgende dag beginnen met het verteren van de prooi.

    Het voeren van dode prooi heeft de voorkeur over het geven van levende prooidieren.
    Levende knaagdieren kunnen uw slang levensgevaarlijk beschadigen.
    Voer slangen bij voorkeur apart om ongelukken te voorkomen.

  • 8. Winterrust

    Het leefgebied van de rode rattenslang is onderhevig aan seizoenswisselingen, de dieren
    maken ieder jaar een winter mee. Deze winters zijn milder dan de winters hier.
    Voor de gezondheid van de slang is het van belang dat het dier in winterslaap gaat. Vaak
    willen de slangen tijdens de wintermaanden slecht eten en als de temperatuur hoog blijft
    verlopen de lichaamsprocessen gewoon door, de slang zal vermageren omdat het dier meer energie verbruikt dan dat het via de voeding binnenkrijgt.
    (Overigens is het correcter te spreken over “winterrust” daar de dieren niet echt slapen,
    maar meer in een semi-verstarde toestand zijn, de lichaamsprocessen verlopen traag, maar het dier is wel bij kennis)

    De rode rattenslang kan in de wintermaanden gehouden worden op een temperatuur van
    ongeveer 10 tot 15 graden Celsius Bij deze temperatuur word het voedsel van de slang niet meer verteerd, zorg ervoor dat er geen voedsel of ontlasting meer aanwezig is in het
    spijsverteringsstelsel van de slang.
    Dit kan gedaan worden door een maand voor het afkoelen van de slang geen voedsel meer aan te bieden, het dier zal nog een aantal malen ontlasting hebben en is daarna “leeg”. Als u het idee heeft dat er nog ontlasting in het dier zit kunt u het een uurtje baden in handwarm (25 graden Celsius) water, let erop dat het water niet afkoelt anders kan het temperatuursverschil resulteren in luchtweg aandoeningen. Zorg ervoor dat het niet te diep is, ongeveer 4 tot 5 centimeter is genoeg. De slang hoeft geen uur te zwemmen!
    Als de slang helemaal leeg is kan de brandduur van de verlichting verkort worden, Gedurende 4 weken laat u het licht steeds korter branden, tot na een maand de verlichting volledig uitgeschakeld is. Het beste tijdstip om hiermee te beginnen is November zodat in December de eigenlijke winterslaap kan beginnen.

    De slang kan dan bij een graad of 15 weggezet worden, het liefst op een donkere plek zoals een kelder of zolder. Zorg ervoor dat u van tevoren weet hoe warm of koud het op die plek word, controleer dagelijks de temperatuur.
    Zorg ervoor dat er een schuilplaats en vers water voor het dier aanwezig zijn.
    Na 2 maanden (eind Februari) kan het licht weer aan en kan de brandduur van de lampen weer verlengd worden op dezelfde wijze zoals in November.
    Als de lampen weer volledig branden kan de slang weer gevoerd worden.
    Dieren jonger dan 2 jaar en dieren die niet helemaal op conditie zijn kunnen het beste
    gewoon op normale temperaturen gehouden worden gedurende de wintermaanden, deze
    kunnen gewoon doorgevoerd worden.
    In het wild gaan deze dieren wel in winterrust, maar een groot percentage jonge en
    verzwakte dieren overleefd dat niet.

     

  • 9. Voortplanting

    De winterslaap is ook van belang om de voortplanting van de slangen te stimuleren.
    Tijdens de winterperiode word bij het mannetje sperma aangemaakt en beginnen bij het vrouwtje de eieren te rijpen.

    Als u wilt kweken is het verstandig om na de winterslaap de dieren apart te huisvesten. Het vrouwtje mag dan goed gevoerd worden, dit heeft ze nodig voor de aanmaak van de eieren, het mannetje zal waarschijnlijk weinig tot niets eten tot de paartijd over is.
    Na een week of 3 kunnen de dieren bij elkaar gezet worden en in de lentemaanden zullen de dieren een aantal malen paren.

    Ongeveer 40 tot 60 dagen da de paring legt het vrouwtje haar eieren, soms wel 25.
    Voor haar eieren zoekt ze een warme vochtige plaats op, zorg ervoor dat deze beschikbaar is in het terrarium, anders kan ze haar eieren niet kwijt, wat kan resulteren in legnood, met alle gevolgen van dien.
    Deze plaats kunt u de slang geven door een plastic bakje (met deksel), met een gat erin voor de toegang, in het terrarium te plaatsen. Hierin kan vochtig zaagsel, turf, vermiculiet of keukenpapier worden gelegd.
    Als de eieren gelegd zijn moeten ze onmiddellijk in een broedstoof geplaatst worden, hierin moet de temperatuur tussen de 26 en 30 graden zijn en de luchtvochtigheid ongeveer 100%.
    Reptieleneieren hebben geen hagelsnoeren, zorg ervoor dat de eieren in dezelfde positie
    blijven liggen zoals ze gelegd zijn, anders sterft het embryo af.

    Na ongeveer 50 dagen komen de kleine slangen uit het ei, na ongeveer een week vervellen zij en kunnen ze hun eerste voedsel krijgen.
    Jonge, pasgeboren, slangen kunnen het beste hun eerste jaar individueel gehouden worden. Op deze manier ondervindt het dier minder stress en zal het beter eten.
    Ook kan het helpen om de slang in een klein verblijf te houden, op deze manier voelt het
    diertje zich wat zekerder. Zorg ervoor dat schuilplaatsen en een waterbak niet ontbreken.
    Uiteraard kunnen jonge slangen beter zo min mogelijk gehanteerd worden tot ze een lengte van ongeveer 50 cm hebben bereikt.

  • 10. Kleurslagen

    De rode rattenslang is een van de meest gehouden en gekweekte slangensoorten. Een tiental jaren terug kwamen de eerste albino dieren uit sommige bloedlijnen tevoorschijn.
    Tegenwoordig zijn er verschillende albino varianten te verkrijgen, en jaarlijks komen er een
    aantal nieuwe bij.
    Het gaat een beetje te ver om deze hier allemaal te beschrijven, maar er komen ontzettend aantrekkelijke kleuren voor, variërend van geheel wit tot oranje en grijs. Slangen met strepen en perfect ronde vlekken worden ook gekweekt.
    Uiteraard liggen de prijzen voor deze kleurvormen vaak wat hoger.

    Een schrikbarende ontwikkeling van de laatste jaren is het fokken van hybriden. Sommige
    wetenschappers kweken hybride slangen om familieverbanden aan te kunnen tonen binnen de verschillende soorten slangen.
    Een aantal hobbyisten is nu vanuit geldbejag onder andere de rode rattenslang aan het kruisen met verschillende soorten konings- en melkslangen (geslacht Lampropeltis).

    De rode rattenslang moet ook niet gekruist worden met de gele-, grijze-, of zwarte
    rattenslang (Pantherophis obsoletus) anders dan dat de namen doen vermoeden zijn dit geen kleurvormen van dezelfde soort, het zijn compleet andere soorten.
    Deze dieren planten zich in de natuur niet met elkaar voort, alleen onder gecontroleerde
    omstandigheden kan dit tot stand gebracht worden.

    Pantherophis emoryi en Pantherophis slowinski werden tot voor kort als ondersoorten van de rode rattenslang gezien, maar zijn inmiddels beiden door biologen tot aparte soort verheven.

  • 11. Ziektes

    Uiteraard kan uw nieuwe rattenslang ook ziek worden, net als ieder ander dier.

    Aanwijzingen voor mogelijke ziekten kunnen zijn:

    Lusteloos gedrag, slechte eetlust en weinig bewegen (bij een normaliter actief dier).

    Moeilijk ademen, met de bek open ademhalen, dit kan wijzen op luchtweginfecties.

    Braken of regurgiteren (opgeven) van voedsel.

    Afwijkende ontlasting, diarree, abnormaal ruikende ontlasting, of helemaal geen ontlasting.
    Deze symptomen kunnen wijzen op een besmetting met darmparasieten of een bacteriële infectie.

    Kleine rode of zwarte spinachtige beestjes die over uw slang lopen. Dit zijn mijten, deze diertjes voeden zich met het bloed van uw slang en deze moeten zo snel mogelijk bestreden worden.

    Ziektes kunnen zich ook op andere manieren manifesteren. Als uw rattenslang ander gedrag vertoont dan wat hierboven beschreven is, laat het ons even weten, wij kunnen u misschien verder helpen en u eventueel doorverwijzen naar een dierenarts.