Verzorging Luipaardgekko

  • 1. Algemeen

    Wetenschappelijke naam Eublepharis macularius
    Grootte Tot 25 cm
    Terrarium 80x40x50 cm of groter
    Herkomst Pakistan, Noord India
    Biotoop Halfwoestijn
    Lampen UV noodzakelijk
    Temperatuur 25 tot 35 graden
    Voeding Insecten, ongewervelden
    Voortplanting Eierleggend
    Leeftijd Tot 25 jaar
  • 2. Wetgeving

    Je hoeft geen vergunning te hebben om een luipaardgekko te houden of te verkopen.
    Het is wel verstandig om een administratie bij te houden met daarin de adressen van degene aan wie je dieren verkoop als je nakweek krijgt. Bewaar ook het kassabonnetje van de winkel, zodat je na kunt kijken wanneer en waar welk dier gekocht is.

  • 3. Uiterlijk

    Een plompe hagedis van ongeveer 20 centimeter inclusief staart. De grondkleur is grijsgeel met zwarte of bruine vlekjes. Jonge dieren zijn lichtgelig met donkere dwarsbanden. De huid heeft een wrattig uiterlijk, met talrijke bultjes over het hele lichaam. De huid van de hagedis voelt zacht, bijna fluweelachtig aan. Luipaardgekko’s hebben beweegbare oogleden.

    De meeste gekko’s hebben hechtlamellen aan de onderzijde van de tenen, Waarmee de dieren met verbazend gemak over gladde oppervlakken zoals bijvoorbeeld glas kunnen lopen. Bij de luipaardgekko ontbreken deze, en deze dieren kunnen dus niet tegen gladde oppervlakken oplopen.

    De staart word gebruikt om vet in op te slaan in tijden van overvloed. Wanneer er minder voedsel te vinden is teert de luipaardgekko op de vetreserves die daarin opgeslagen zitten.

    Luipaardgekko’s groeien snel en kunnen binnen anderhalf tot twee jaar volgroeid zijn. De dieren vervellen hun huid in stukken, niet in 1 geheel zoals bij slangen.

    Luipaardgekko’s zijn voornamelijk schemeractief, de dieren komen uit hun schuilplaatsen tevoorschijn bij het vallen van de avond, en vertrekken weer naar hun holen als het ’s nachts te koud word voor de reptielen. Overdag willen de dieren nog wel eens uit hun schuilplaats komen om zich op te warmen.

    De luipaardgekko is tegenwoordig een van de meest gehouden hagedissensoorten ter wereld, dit door het fijne karakter en handzame formaat van het dier.

  • 4. Verspreidingsgebied

    Luipaardgekko’s komen voor in de woestijnen en uitgestrekte graslanden van Iran, Afghanistan, Pakistan en West India.

    Het leefgebied van de luipaardgekko kenmerkt zich door de afwezigheid van water. In de ondergrondse holen en de spleten in de rotsen waar de dieren overdag schuilen is het echter wel vochtig. De dieren drinken voornamelijk dauw, wat zich in de loop van de nacht op de rotsen, takken en bladeren vormt. Luipaardgekko’s zijn voornamelijk bodembewonend, af en toe klimmen ze wel op rotsen en omgevallen bomen.

    Bij een goede verzorging kunnen luipaardgekko’s ongeveer 20 jaar of zelfs ouder worden

  • 5. Huisvesting gevangenschap

    Voor een paartje luipaardgekko’s is een terrarium van ongeveer 80 X 40 X 40 Centimeter nodig. Er zijn diverse complete terraria te verkrijgen in deze maten, zoals bijvoorbeeld The Blue-Lagoon 3D Rock serie in verschillende kleuren. Groter is altijd beter, zeker als er meer dan twee dieren gehouden worden. Let wel op, mannetjesdieren zijn erg territoriaal, het beste kan je 1 man per verblijf huisvesten.

    Geef de dieren in de zomer 12 tot 14 uur licht per dag. Zorg ervoor dat de dieren ook worden blootgesteld aan UV straling, dit kan met speciale lampen, daarover later meer. Al eerder is gemeld dat luipaardgekko’s schemeractief zijn, ze willen af en toe overdag ook wel naar buiten komen om bovenop hun schuilplaats op te warmen.

    De temperatuur in het terrarium moet ongeveer rond de 28 graden Celsius zijn. Zorg voor een plek waar de dieren zich extra kunnen opwarmen. Deze warme plaats onder de lamp mag 30 tot 35 graden Celsius warm zijn.

    De warmste plaats kan het beste aan 1 kant van de bak gemaakt worden, dit om een temperatuurgradiënt te verkrijgen, op deze manier kan de hagedis zelf zijn lichaamstemperatuur het beste bepalen.

  • 6. Inrichting terrarium

    Het substraat (bodembedekking) voor luipaardgekko’s kan het beste bestaan uit grof zand (metselzand), of speciaal calciumzand. Dit laatste is een product dat verteerbaar is mocht de luipaardgekko het opeten. De bodembedekking moet ongeveer 5 tot 10 centimeter diep zijn, zodat de dieren er ook in kunnen graven.

    Probeer in de bak een aantal verstopplaatsen en barrières te creëren die de dieren de mogelijkheid geven elkaar even uit het zicht te zitten, dit voorkomt stress en is beter voor de gezondheid van je dieren.

    Schuilplaatsen kunnen simpelweg bestaan uit holle stukken kurk of gestapelde platte stenen waar de dieren onder kunnen kruipen.

    In de koelste hoek van het verblijf kan het beste een schuilgrotje geplaatst worden wat gevuld word met vochtig turf of veenmos. Dit bootst het meest de natuurlijke situatie na waar de dieren in diepe knaagdierholen schuilen. De hogere vochtigheid bevordert het vervellen en zorgt er bijvoorbeeld voor dat de kleine stukjes vel van de teentjes ook gemakkelijk vervellen. Daarnaast kan deze schuilplaats door vrouwelijke gekko's gebruikt worden voor het afzetten van de eitjes.

    Een waterbak mag niet ontbreken, hoewel luipaardgekko’s van nature niet gewend zijn om stilstaand water te drinken willen ze soms toch een slokje nemen. Let er uiteraard wel op dat de waterbak niet te diep is, en dat de dieren er gemakkelijk uit kunnen lopen, dit voorkomt verdrinkingsgevallen.

    Planten, zowel echte als kunstplanten, kunnen in het terrarium geplaatst worden ter aankleding. Levende planten worden echter wel eens opgegeten door krekels, kies daarom liever voor kunstplanten. Samen met stenen en stukken hout kan een terrarium zo mooi en natuurlijk aangekleed worden.

    Zet alle inrichtingsmaterialen goed vast! De dieren graven ook graag, zorg ervoor dat ze niet onder stenen kunnen graven waardoor deze gaan verzakken of vallen met alle gevolgen van dien.

  • 7. Hanteren

    Luipaardgekko’s bijten zelden als men ze probeert te hanteren. Ze kunnen, als het moet, echter stevig bijten. Luipaardgekko’s houden er niet van om vastgepakt te worden, het zijn geen knuffeldieren. Om hun ongenoegen hierover te uiten kunnen de dieren soms keffende of schreeuwende geluidjes voortbrengen. Hanteren is alleen nodig bij het verplaatsen van de dieren naar een ander onderkomen, of bij schoonmaakwerkzaamheden. Hoewel sommige dieren er soms wat minder moeite mee hebben om vastgepakt te worden is het niet best voor de gezondheid van uw gekko om uit het verblijf gehaald te worden en constante temperatuurswisselingen te ondergaan. Van 35 graden Celsius in het terrarium naar 18 graden Celsius in uw huiskamer is een flink verschil! Deze temperatuurswisselingen kunnen onder andere in longontsteking resulteren.

    Laat uw luipaardgekko ook nooit los door uw huis lopen, op de vloer van een kamer tocht het altijd een klein beetje, dit kan ook zorgen voor gezondheidsproblemen. Daarnaast kunnen de dieren als het moet aardig hard lopen en bijvoorbeeld onder het meubilair verdwijnen. Contact met andere huisdieren zoals honden of katten is helemaal uit den boze.

    Als je je luipaardgekko wilt hanteren, ondersteun het dier dan zoveel mogelijk met je handen. Til een dier nooit aan de nek, poten of staart op! De staart van een luipaardgekko kan afbreken als het dier daaraan vast gehouden word. Een eenmaal afgebroken staart groeit gelukkig nog een keer aan, en is in eerste instantie geen reden tot paniek. Vechtende mannetjes willen ook nog wel eens elkanders staart eraf bijten. Als een staart eenmaal aangegroeid is kan deze niet meer afgeworpen worden.

  • 8. Voeding

    De voeding kan onder andere bestaan uit krekels, sprinkhanen, kakkerlakken, meelwormen, andere insecten of insectenlarven Houd er rekening mee dat naarmate je luipaardgekko groeit de voeding ook aangepast moet worden, je zult meer en grotere dieren moeten gaan voeren.

    Krekels zijn in verschillende maten te koop in terrariumspeciaalzaken. Probeer krekels te voeren die ongeveer eenderde zo groot zijn als de bekbreedte van de hagedis. Krekels zijn ware ontsnappingskunstenaars en als ze eenmaal los in huis lopen zijn ze lastig te bestrijden, voer precies zoveel dat je luipaardgekko ze allemaal opeet. (Dit vergt in het begin wat geduld om uit te vissen hoeveel het dier precies wil eten).

    Sprinkhanen zijn over het algemeen in 2 verschillende maten te verkrijgen: klein en groot. Sprinkhanen zijn zeer geschikt om te voeren aan luipaardgekko’s, deze dieren ontsnappen niet en knagen ook niet aan je hagedis. De volwassen sprinkhanen zijn vaak net iets te groot om te voeren aan je gekko, hooguit een sprinkhaan welke net verveld is kan gegeten worden. Voer het liefst de kleinere maat sprinkhaan aan jouw luipaardgekko.

    Argentijnse boskakkerlakken of dubia’s zijn een zeer hoogwaardig voer om te geven aan je hagedis. Deze dieren kunnen zelf ook heel gemakkelijk gevoerd worden met groente en fruit om op die manier nog voedzamer gemaakt te worden voor jouw huisdier. Dubia’s zijn niet plaagvormend als ze ontsnappen. (In tegenstelling tot sommige andere kakkerlaksoorten)

    Meelwormen worden ook graag gegeten. Echter, deze dieren bezitten weinig voedingswaarde en kunnen dus niet als hoofdvoer gebruikt worden. Het eten van teveel meelwormen kan lijden tot vetzucht en calcium tekorten, ook kunnen de dieren er soms obstipatie (darmverstopping) van krijgen.

    Rupsen zoals die van de wasmot, zijdevlinder of pijlstaartvlinder zijn een goede voeding voor gekkos die net een periode slechter gegeten hebben of ziek zijn geweest. De rupsen zijn voedingsrijk en makkelijk verteerbaar.

    De voedseldieren die in de terrariumwinkels te koop zijn, zijn wat eenzijdig gevoerd, en moeten dus altijd bepoederd worden met een calcium en vitamine supplement, zoals bijvoorbeeld Zoo Med Reptivite of Miner-All. Om calcium te verwerken tot een bruikbare bouwstof voor botten en eierschalen is vitamine D3 nodig. Deze vitamine word aangemaakt in de huid onder invloed van UVB stralen.

    Het is dus raadzaam om in een luipaardgekko terrarium een bron van UVB verlichting aan te brengen, ondanks het feit dat het overwegend schemerdieren zijn. Deze kan bestaan uit een TL buis of speciale spots van bijvoorbeeld Reptech of Exo-Terra.

  • 9. Winterrust

    Het leefgebied van de luipaardgekko is onderhevig aan seizoenswisselingen, de dieren maken dus ieder jaar een winter mee. Deze winters zijn in het leefgebied van de luipaardgekko uiteraard milder dan de winters hier. Alsnog kan de temperatuur in de wintermaanden dalen tot nabij, of zelfs onder het vriespunt.

    Voor de gezondheid van de hagedis is het van belang dat het dier in winterslaap gaat. Vaak willen de hagedissen tijdens de wintermaanden slecht eten en als de temperatuur hoog blijft verlopen de lichaamsprocessen gewoon door, de hagedis zal vermageren omdat het dier meer energie verbruikt dan dat het via de voeding binnenkrijgt.

    Naast de gezondheidsproblemen die kunnen ontstaan is de winterslaap ook van invloed op de vruchtbaarheid van de luipaardgekko, tijdens de winterperiode rijpen de eitjes van het vrouwtje en word er bij het mannetje sperma aangemaakt.

    (Overigens is het correcter te spreken over “winterrust” daar de dieren niet echt slapen, maar meer in een semi-verstarde toestand zijn, de lichaamsprocessen verlopen traag, maar het dier is wel bij kennis)

    De luipaardgekko kan in de wintermaanden gehouden worden op een temperatuur van ongeveer 10 tot 15 graden Celsius Bij deze temperatuur word er minder gegeten door de dieren, door de lage temperatuur kunnen zij hun voeding simpelweg niet verteren, en slapen de luipaardgekko’s veel. De dieren overleven door te teren op de vetreserves opgeslagen in hun staart.

    Probeer in de wintermaanden de verlichting terug te brengen van 12 tot 14 uur naar 8 tot 10 uur. Begin in November geleidelijk met het terugbrengen van de verlichting, tot in December het licht nog maar 8 uur aan is. Eind Januari kan de verlichtingsduur weer omhoog, zo ook de temperatuur tot, in het begin van Maart, alles weer bij het oude is.

    Zorg altijd voor voldoende vers water in de winterperiode

    Dieren jonger dan 2 jaar en dieren die niet helemaal op conditie zijn kunnen het beste gewoon op normale temperaturen gehouden worden gedurende de wintermaanden, deze moeten goed gevoerd worden.

    In het wild gaan deze dieren wel in winterrust, maar een groot percentage jonge en verzwakte dieren overleefd dat niet…

    Als er dieren tijdens de winterperiode ernstig vermageren, zet ze dan onmiddellijk apart en geef ze weer een “normale” temperatuur. Voer de dieren vervolgens een aantal weken flink, zodat de dieren aangesterkt het nieuwe seizoen in gaan, en eventueel het volgende jaar in winterslaap kunnen.

    Als je er zelf niet gerust op bent om een dier te overwinteren, kunt je de winterrust ook laten voor wat het is, zeker als je nog nooit dieren hebt overwintert kan dit best een spannende periode zijn.

  • 10. Voortplanting

    Na de winterperiode breekt de paartijd aan voor de luipaardgekko. Als je met je dieren wil gaan kweken kan dit uiteraard alleen als je dieren heeft van verschillende geslachten. Bij jonge luipaardgekko’s is het erg moeilijk te bepalen of het dier mannelijk of vrouwelijk is. Gelukkig is het bij dieren vanaf ongeveer een jaar niet zo moeilijk.

    Mannelijke luipaardgekko’s zijn vaak forser dan vrouwtjes, de kop is grover van bouw en de dieren gedragen zich dominant tegenover anderen, er word dan vooral naar ledematen en staart gebeten, en onderdanige dieren worden door het terrarium gejaagd. Vrouwtjes zijn dus uiteraard iets fijner gebouwd en veel toleranter naar andere gekko’s toe.

    Mannelijke dieren hebben vergrote poriën op hun dijbenen (Femoraal poriën) en op hun anaalschub (Preanaal poriën), bij de vrouwtjes zijn deze poriën ook wel aanwezig, maar vaak zijn ze moeilijk te vinden.

    De mannelijke luipaardgekko kan zich bedienen van 2 geslachtsorganen, een links en een rechts. Deze geslachtsorganen heten hemipenis, als alle twee de organen bedoeld worden spreekt men over hemipenes. De hemipenes liggen verborgen in de basis van de staart. Bij een volwassen mannelijke luipaardgekko zijn de hemipenes te zien als 2 bultjes in de staart, bij de vrouwtjes ontbreken deze bulten uiteraard.

    In de lente worden de mannetjes agressief dominant naar elkaar en naar de vrouwtjes. Er zullen enkele paringen plaatsvinden. Deze worden vaak door de eigenaar over het hoofd gezien, het paren is een korte aangelegenheid bij luipaardgekko’s. De paringen vinden voornamelijk ’s nachts plaats.

    Als een mannetje te dominant wordt naar een vrouwtje is het beter een van de dieren tijdelijk in een andere bak onder te brengen, waar het onderdanige dier in alle rust kan eten en dergelijke.

    Het mannetje kan het vrouwtje tijdens de paring in bedwang houden door haar in de nek te bijten, dit resulteert vaak in kleine wondjes en littekens. Zolang de wonden niet geïnfecteerd raken hoef je daar niets aan te doen.

    Ongeveer 40 tot 50 dagen na de paring legt het vrouwtje haar eieren. Om haar deze mogelijkheid te geven voorziet je haar van een bak met daarin vochtig materiaal; zand, turf of vermiculiet. Zorg ervoor dat deze tenminste 5 tot 10 centimeter diep is zodat ze haar eieren goed kan begraven.

    Houd er rekening mee dat de legbak in het terrarium word geplaatst zodra je de dieren uit winterslaap haalt. De paringen gebeuren vaak als je niet kijkt en zo kan je het paarmoment over het hoofd zien en de legbak niet op tijd verstrekken. Als het drachtige vrouwtje niet de mogelijkheid heeft om haar eieren kwijt te kunnen kan dat resulteren in ernstige gezondheidsproblemen. Een gezond vrouwtje kan meerdere legsels per jaar produceren met tussenpozen van ongeveer anderhalve maand. Soms wel tot 8 legsels per jaar! Uiteraard moet je de vrouwtjes in die periode dan goed voeren en voorzien van voldoende calcium.

    Als de eieren gelegd zijn moeten ze overgebracht worden naar een broedstoof. Graaf de eieren voorzichtig uit en draai de eieren niet, reptieleneieren bezitten geen hagelsnoeren die de dooier recht houden, en draaien van het ei kan resulteren in de dood van het embryo. Luipaardgekko eieren worden meestal per 2 gelegd, soms plakken de eitjes aan elkaar. Haal de eieren niet los! Op die manier raken ze beschadigd.

    De eieren kunnen in een bakje met vochtig vermiculiet (verkrijgbaar bij de meeste terrariumspeciaalzaken) half ingegraven worden.

    Bij een broedtemperatuur van 26 tot 28 graden Celsius komen de eieren na ongeveer 3 maanden uit, er worden dan voornamelijk vrouwtjes geboren. Bij een temperatuur van 32 graden Celsius komen de eieren na ongeveer 6 weken uit, dan worden er overwegend mannetjes geboren. Het beste is om de gulden middenweg te kiezen en de eieren bij 30 graden Celsius uit te broeden.

    De jonge luipaardgekko’s moeten in het begin in vrij kale terraria gehouden worden: een ondiepe waterbak en een enkele steen is genoeg. Controleer de verstopplekken iedere dag, de krekels verschuilen zich daar en de luipaardgekko's kunnen hun prooi dan niet meer vinden. Jonge luipaardgekko’s kunnen niet zwemmen en er zijn gevallen bekend van gekko’s die verdronken in anderhalve centimeter diep water, houd hier rekening mee!

    Voer de dieren zoveel als ze opkunnen, ongeveer 2 tot 3 keer per dag. Let erop dat er niet te veel krekels ontsnappen, teveel krekels kunnen een gevaar vormen voor de kleine luipaardgekko’s. Bepoeder de voedseldieren elke voederbeurt met vitamines en mineralen. Uiteraard mag ook de bron van UVB verlichting niet ontbreken in het terrarium van de jonge dieren.

    Sproei de gekko’s ook iedere dag, zorg ervoor dat ieder dier een beetje drinkt.

    Wees erop bedacht dat ieder dier aan zijn trekken komt, als een luipaardgekko niet aan eten toekomt kan deze het beste apart geplaatst worden zodat hij niet om voedsel hoeft te concurreren met sterkere broertje of zusje.

    Na een maand of 2 kunnen de dieren naar hun nieuwe eigenaar.

  • 11. Ziektes

    Uiteraard kan je nieuwe luipaardgekko ook ziek worden, net als ieder ander dier.

    Aanwijzingen voor mogelijke ziekten kunnen zijn:

    Lusteloos gedrag, slechte eetlust en weinig bewegen (bij een normaliter actief dier). Moeilijk ademen, met de bek open ademhalen, dit kan wijzen op luchtweginfecties. Braken of regurgiteren (opgeven) van voedsel. Afwijkende ontlasting, diarree, abnormaal ruikende ontlasting, of helemaal geen ontlasting.

    Deze symptomen kunnen wijzen op een besmetting met darmparasieten of een bacteriële infectie.

    Kleine rode of zwarte spinachtige beestjes die over je luipaardgekko lopen. Dit zijn mijten, deze diertjes voeden zich met het bloed van je gekko en deze moeten zo snel mogelijk bestreden worden.

    Ziektes kunnen zich ook op andere manieren manifesteren. Als je luipaardgekko ander gedrag vertoont dan wat hierboven beschreven is, laat het ons even weten, wij kunnen je misschien verder helpen en je eventueel doorverwijzen naar een dierenarts.