Verzorging Koreaanse vuurbuikpad

  • 1. Algemeen

    Wetenschappelijke naam Bombina orientalis
    Grootte Tot 4 cm
    Terrarium 80x40x50 cm of groter
    Herkomst Korea, China
    Biotoop Gematigd moeras
    Lampen Geen UV noodzakelijk
    Temperatuur 15 tot 25 graden
    Voeding Insecten
    Voortplanting Eierleggend
    Leeftijd Tot 10 jaar
  • 2. Wetgeving

    U hoeft geen vergunning te hebben om een vuurbuikpad te houden of te verkopen.
    Het is wel verstandig om een administratie bij te houden met daarin de adressen van degene aan wie dieren verkocht zijn als u zelf nakweek krijgt.
    Bewaar ook het kassabonnetje van de winkel, zodat na kunt kijken wanneer en waar welk dier gekocht is.

  • 3. Uiterlijk

    Een tot 4 Centimeter grote kikkerachtige.
    Mannelijke vuurbuikpadden zijn wat slanker van bouw dan de wat bollere vrouwtjes.
    In de paartijd krijgen de mannelijke dieren knobbeltjes aan de binnenzijde van de voorpoten, hiermee hebben zij beter houvast aan het vrouwtje bij de paring.De basiskleur aan de bovenzijde van het lichaam is heldergoen tot bruin en soms zelfs bijna zwart. Over het gehele lichaam verspreid heeft het dier zwarte vlekjes van verschillende grootte. De bovenzijde van het lichaam is bezet met vele kleine wratjes.
    De buikzijde is helderrood tot geel met een zwart vlekken of strepen patroon. Hieraan heeft het dier zijn nederlandse naam te danken. De buikzijde en onderzijde van de poten zijn glad.
    De opvallende kleur van de buik dient als waarschuwingssignaal naar predatoren om aan te geven dat de vuurbuikpad giftig is. De gifklieren van de dieren bevinden zich op de buik en de achterpoten van het dier. Als de dieren zich bedreigd voelen tonen ze hun felgekleurde bik aan hun belager, en scheiden de gifklieren een melkachtige, bittere substantie uit.
    In gevangenschap kunnen de dieren tot 20 jaar oud worden.

    Hoewel het wratachtige uiterlijk en de naam anders doet vermoeden is de vuurbuikpad eigenlijk geen echte pad, maar behoort tot de nauw verwante kikkerachtigen.

  • 4. Verspreidingsgebied

    Noordoost China, Noord en Zuid Korea en een klein deel van oost Rusland.
    De dieren komen voor in stilstaand of langzaam stromend, ondiep water.
    Het grootste gedeelte van de dag houden de dieren zich op tussen de beplanting aan de waterkant.

  • 5. Huisvesting gevangenschap

    Voor een groepje van 4 tot 5 dieren is een terrarium van 80 x 40 x 50 Centimeter of groter voldoende. In een verblijf van dit formaat kunnen 1 of 2 mannelijke dieren en wat vrouwtjes goed gehouden worden. Zorg er wel voor dat de dieren die samen gehouden worden van gelijke grootte zijn, vuurbuikpadjes happen naar alles wat beweegt en kleinere soortgenoten kunnen verwond raken door grotere dieren die naar voedsel happen.
    Als bodemmateriaal kan het beste gebruik gemaakt worden van tuinturf, of turfplaatjes.
    Met turfplaatjes of blokken kunnen in het terrarium mooie hoogteverschillen aangebracht worden.
    Voor de verdere inrichting kan men gebruik maken van stukken kienhout, varenwortel, omgekeerde halve kokosnoten en kurkschors om schuilplaatsen te creëren. Mos en grote afgevallen bladeren kunnen de inrichting op de bodem completeren en zorgen er voor dat het bodemmateriaal niet zo snel uitdroogt.
    Naast deze materialen is het heel goed mogelijk om in een amfibieënterrarium levende planten aan te brengen. Verschillende soorten mos en kruipende planten zoals bijvoorbeeld Ficus pumillia, Ficus montana en Pellonia repens kunnen gebruikt worden om het geheel aan te kleden.
    Een groot watergedeelte mag uiteraard niet ontbreken voor deze dieren. Ongeveer de helft van het oppervlak van het terrarium moet uit water bestaan.
    Zorg er wel voor dat het watergedeelte niet te diep is, of dat de dieren er in ieder geval makkelijk uit kunnen kruipen als ze in het water terecht komen. Een waterdiepte van 10 tot 15 centimeter is meer dan voldoende. Vuurbuikpadden hebben geen grote zwemvliezen tussen hun tenen en kunnen niet al te lang zwemmen. Stukken kurkschors, of speciale kunststof eilandjes kunnen gebruikt worden om voor de dieren rustpunten te creëren in het water. Waterplanten als waterpest en vederkruid kunnen het geheel verder mooi aankleden. Ververs wekelijks ongeveer 30% tot 50% van het water.
    Iedere dag, of om de dag, kan het terarium gesproeid worden.

    Geef de dieren ongeveer 10 tot 12 uur verlichting per dag.
    Warmtespots zijn voor de dieren niet noodzakelijk, volspectrumverlichting middels TL-buizen is wel aan te raden, zeker als er echte planten in het verblijf aangebracht zijn.
    Het terrarium kan het beste op kamertemperatuur gehouden worden. een temperatuur tussen de 16 en 22 graden Celsius is voldoende voor deze dieren. Gek veel warmer dan dit vinden de dieren onprettig, ze drogen dan sneller uit, en ze zullen zich meer verstoppen onder de inrichtingsmaterialen.

  • 6. Hanteren

    Het vastpakken van kikkers en padden is over het algemeen af te raden. De slijmlaag op de huid van de dieren kan beschadigen waardoor de dieren gezondheidsproblemen kunnen krijgen.
    Als vuurbuikpadden verplaatst moeten worden is het het handigste om ze te vangen met behulp van kleine plastic bakjes of kokertjes waar men de dieren in kan laten springen, en ze op die manier te vervoeren.
    Als de dieren onverhoopt toch vastgepakt moeten worden is het verstandig om voor de gezondheid van de dieren latex of vinyl handschoenen te dragen.
    De giftige huidafscheiding van de dieren smaakt erg bitter en irriteert de slijmvliezen als men het in de mond krijgt, maar is verder ongevaarlijk.

  • 7. Voeding

    Volwassen dieren kunnen het beste om de dag of om de 2 dagen gevoerd worden.
    Jonge dieren mogen iedere dag voeding krijgen.
    Vuurbuikpadden hebben geen uitrekbare tong waarmee ze hun prooi vangen. De dieren happen naar alles wat beweegt en proberen dat met behulp van hun voorpoten verder in de bek te duwen.
    Als basisvoeding voor vuurbuikpadden kan het beste gebruik worden gemaakt van kleine krekels. Deze zijn verkrijgbaar bij de reptielenspeciaalzaak.
    Verder eten de dieren alle kleine geleedpotigen die in hun bek passen.
    Kleine tropische pissebedden, kleine sprinkhanen, krulvliegen, fruitvliegen, bladluis, kakkerlakken, wormen en verschillende soorten kleine kevers zijn in de terrariumspeciaalzaak te verkrijgen.
    Er zijn voor amfibieën speciale vitamines verkrijgbaar waarmee de voedseldieren bepoederd kunnen worden. Zeker bij opgroeiende dieren, en volwassen dieren die veel eitjes leggen in het paarseizoen, is het verstandig om dit te supplementeren.

  • 8. Winterrust

    Het leefgebied van de vuurbuikpad is onderhevig aan seizoenswisselingen, de dieren maken dus ieder jaar een winter mee. In de wintermaanden kan de temperatuur in het leefgebied van de vuurbuikpad dalen tot ver onder het vriespunt.
    De dieren verschuilen zich in de wintermaanden in diepe holen, onder hopen bladeren of onder rottend hout om aan de vrieskou te ontsnappen. In het natuurlijke verspreidingsgebied van de vuurbuikpad kan de winterslaap van Oktober tot Mei duren.


    Voor de gezondheid van de vuurbuikpad is het van belang dat het dier in winterslaap gaat.
    Vaak willen de dieren tijdens de wintermaanden slecht eten, ze reageren op het korter worden van de dagen. Als de temperatuur in het terrarium hoog blijft, verlopen de lichaamsprocessen gewoon door. Het dier zal vermageren omdat het dier meer energie verbruikt dan dat het via de voeding binnenkrijgt.

    Naast de gezondheidsproblemen die kunnen ontstaan is de winterslaap ook van invloed op de vruchtbaarheid. Tijdens de winterperiode rijpen de eitjes van het vrouwtje en word er bij het mannetje sperma aangemaakt.

    (Overigens is het correcter te spreken over “winterrust” daar de dieren niet echt slapen, maar meer in een semi-verstarde toestand zijn, de lichaamsprocessen verlopen traag, maar het dier is wel bij kennis)

    In de wintermaanden kunnen vuurbuikpadden het beste bij ongeveer 10 graden gehuisvest worden.
    Voorafgaand aan de winterslaap hoeven de dieren niet langzaam afgekoeld te worden.
    Het handigste is om de dieren van December tot Februari apart te plaatsen in kleine containers, gevuld met vochtig mos, bladeren en losse aarde of turf. Zet deze op een stabiele, koele plaats weg, zoals een kelder, zolder of zelfs in de koelkast.

    Zorg altijd voor voldoende vers water in het winterslaapverblijf en let er op dat de bodem van de containers niet teveel uitdroogt in bijvoorbeeld de koelkast.

    Eind februari kunnen de dieren weer gewoon terug geplaatst worden in hun terrarium.


    Dieren jonger dan 2 jaar en dieren die niet helemaal op conditie zijn kunnen het beste gewoon op normale temperaturen gehouden worden gedurende de wintermaanden, deze moeten goed gevoerd worden.
    In het wild gaan deze dieren wel in winterrust, maar een groot percentage jonge en verzwakte dieren overleefd dat niet…

    Als er dieren tijdens de winterperiode ernstig vermageren, zet ze dan onmiddellijk apart en geef ze weer een “normale” temperatuur. Voer de dieren vervolgens een aantal weken flink, zodat de dieren aangesterkt het nieuwe seizoen in gaan, en eventueel het volgende jaar in winterslaap kunnen.

    Als u er zelf niet gerust op bent om een dier te overwinteren, kunt u de winterrust ook laten voor wat het is, zeker als u nog nooit dieren hebt overwinterd kan dit best een spannende
    periode zijn.

  • 9. Voortplanting

    Vuurbuikpadden kunnen volwassen zijn met een leeftijd van 12 tot 24 maanden.
    De mannelijke dieren zijn over het algemeen met 8 maanden geslachtsrijp.
    Na de winterperiode zullen volwassen mannetjes gaan roepen om de vrouwtjes het hof te maken.
    Het geluid wat vuurbuikpadden maken klinkt alsof er in de verte kleine belletjes luiden.

    Legsels zijn over het algemeen een tiental eitjes groot, maar kunnen soms wel in aantallen oplopen tot wel 100 aan toe.
    Tijdens het leggen van de eitjes houd het mannetje het vrouwtje vast in een omhelzing om haar middel en bevrucht de eitjes, zodra ze gelegd worden, in het water. De eisnoeren worden door de dieren meestal om waterplanten of ander inrichtingsmateriaal gewikkeld.
    Vuurbuikpadden kunnen meerdere malen per jaar legsels produceren in gevangenschap.

    Afhankelijk van de temperatuur van het water komen de eitjes na 3 tot 10 dagen uit.
    De larven kunnen het beste in een apart aquarium opgekweekt worden.

    In gevangenschap kunnen de larven gewoon bij elkaar blijven in het water, over het algemeen zijn de dieren niet kannibalistisch.
    De larven zijn omnivoor en kunnen gevoerd worden met visvoertabletten, gedroogde brandnetel en speciaal voer voor kikkervisjes.
    Na 6 tot 8 weken metamorfoseren de kikkervisjes en na ongeveer een week of 12 komen ze aan land.
    Voer de kleine kikkertjes kleine insecten zoals fruitvliegen en springstaartjes

    In gevangenschap geboren dieren kunnen na verloop van tijd wat fletser van kleur worden.
    Het toevoegen van caroteen aan het voer van de larven en kleine kikkertjes kan dit voorkomen.

    Het kweken van vuurbuikpadden is niet bepaald moeilijk en inmiddels zijn er in de hobby door selectieve kweek ook albino dieren en dieren met een opvallend blauwe kleur verkrijgbaar.

  • 10. Ziektes

    Uiteraard kunnen vuurbuikpadden ook ziek worden, net als ieder ander dier.

    Aanwijzingen voor mogelijke ziekten kunnen zijn:

    Lusteloos gedrag, slechte eetlust en weinig bewegen (bij een normaliter actief dier).

    Moeilijk ademen, met de bek open ademhalen of scheef zwemmen, dit kan wijzen op luchtweginfecties.

    Braken of regurgiteren (opgeven) van voedsel.

    Afwijkende ontlasting, diarree, abnormaal ruikende ontlasting, of helemaal geen ontlasting.
    Deze symptomen kunnen wijzen op een besmetting met darmparasieten of een bacteriële infectie.

    Vlekken op de huid, die kunnen wijzen op schimmel of bacteriële infecties.
    Schimmelinfecties bij amfibieën, en vooral het voorkomen ervan, zijn op dit moment een punt van aandacht binnen de terrariumhouderij.

    Ziektes kunnen zich ook op andere manieren manifesteren. Vertoont het dier ander gedrag dan wat hierboven beschreven is, laat het ons even weten, wij kunnen misschien verder helpen, en eventueel doorverwijzen naar een dierenarts.